dinsdag 11 november 2014

ZO KAN HET OOK

Avondje 5
Het mijnenveld dat opvoeden heet.

Een vriendelijke blik, een vriendelijke stem, oprechte belangstelling tonen, duidelijk grenzen stellen en rustig blijven, geduldig zijn. Gevoelens komen voort uit gedachten en aannames, dus negatieve gevoelens zijn beter te beïnvloeden dan je denkt. Je kunt anderen niet veranderen maar wel je eigen houding. Respect voor je kinderen, behandel ze als gelijkwaardig, kinderen voelen haarfijn aan wat je daadwerkelijk denkt, omdat je mening niet alleen door je stem kenbaar wordt gemaakt, maar ook door de manier waarop je kijkt, doet, bent.

Volgt u het nog? Het is slechts een kleine greep uit de waslijst die ik, samen met de andere ouders, de afgelopen vijf weken over me uitgestort kreeg. Dat klinkt passiever dan dat ik het bedoel. Ik heb het niet lijdzaam ondergaan. Het was leuk, ik heb vragen gesteld, nagedacht, uitgeprobeerd. Ik heb met andere ouders gepraat over hun ervaringen en heb naar hun grappige of serieuze anekdotes geluisterd.
Twee zaken vallen me  op; ik ben veel meer gaan nadenken over hoe ik in de opvoeding sta, wat ik belangrijk vind om door te geven aan mijn kinderen en hoe ik dat doe. Het tweede dat me opvalt is hoe veel ik heb om me bewust over te zijn. Ik zie de valkuilen nu beter, maar donder er met de regelmaat van de klok nog steeds in. 



Een voorbeeld: ik probeer in de praktijk te brengen wat ik aan inzichten heb verworven over het omgaan met het huiswerk van de kinderen. In het vorige schooljaar van mijn twee zoons zat ik er tot vervelens toe bovenop, tot en met het opschrijven in detail wat het huiswerk was van de twee middelbare scholieren. Dat toonde vooral dat ik er geen vertrouwen in had dat zij het zelf wel voor elkaar kregen om te achterhalen wat ze moesten doen en het dan ook daadwerkelijk gingen doen. En dat klopt, ik had er geen vertrouwen in.
Dit leidde tot veel discussies, ruzies, stress, straf en dreigementen. Het was een bodemloze put waar mijn negatieve energie en die van vrouw en kinderen in terecht kwamen. Met veel vallen en opstaan doe ik nu pogingen om de verantwoordelijkheid voor het huiswerk daar te leggen waar het hoort, bij de kinderen zelf. Alleen, hoe ver ga ik daar in? Laat ik alles los of probeer ik toch nog enige grenzen te stellen, kaders te scheppen. Als ik weet dat een kind slecht is in plannen, laat ik hem dan toch los? Of probeer ik hem in te laten zien dat een planning kan helpen om huiswerk makkelijker te maken (niet leuker natuurlijk). Stimuleer ik om afspraken voor bijles te maken, of ga ik toch weer net zo lang zeuren tot die afspraak gemaakt is?

Ik snap heus wel dat mijn kinderen zelf de motivatie moeten vinden om hun planning en huiswerk te maken, zeker als ik na een moeizaam weekeinde toch weer ontploft ben en er te veel bovenop zat. Ik moet dan ook mijzelf motiveren om niet machteloos in een hoek te gaan zitten.  Het is een mijnenveld hoor. En dan heb ik het nog niet eens over de bommetjes die ontploffen tussen mijn  vrouw en mij in onze pogingen om op 1 lijn te komen.

En toch. Toch heb ik het idee dat al het vallen en opstaan ergens toe begint te leiden. Het is moeilijk om je falen niet als falen te zien, maar slechts als een manier om te leren hoe het anders kan en om te zien wat er misschien al wel beter gaat, hoe klein dat ook is. Zo te midden van het uitgestrekte mijnenveld dat de opvoeding is zie ik toch vooruitgang. Stap voor stap gaat het beter en als ik achterom kijk, zie ik de kronkelige voetstappen die leiden naar waar ik vandaan kwam, stukje bij beetje in de verte verdwijnen.

Martijn


Heb je ook interesse in ZO KAN HET OOK. In Amsterdam start de volgende cursus op maandagavond 19 januari 2015 en in Nijmegen op woensdagavond 1 april 2015. 
Aanmelden: catharinah@gmail.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten